Leestijd: 12 minuten
Hoofdredacteur Altan Erdogan (57) van de Amsterdamse lokale omroep AT5 zet bij demonstraties politie-infiltranten in, vermomd als fotografen. Deze onthulling heeft fotograaf Daphne Channa Horn gemaakt op haar X-pagina. Ook Amnesty Nederland verzaakt haar waakhondfunctie, door onterecht te wijzen op ‘gewelddadige demonstranten’ in het voordeel van de politie.
De onthulling van Daphne is zo overtuigend dat Altan het niet eens ontkend heeft maar een persoonlijk gesprek heeft gehad met haar. Hier heeft hij gezegd dat hij zal optreden tegen dit fenomeen maar tot overmaat van ramp heeft hij dit verzaakt. Want ook na dit gesprek zijn er politie-informanten gesignaleerd onder de noemer ‘fotograaf’. Dit gaat in tegen alle journalistieke principes. Zo staat in het handvest van ethiek voor jounalisten van de Internationale Federatie van Journalisten dat de journalist zich niet als verlengstuk van de autoriteiten mag laten gebruiken. In artikel 11 van dit handvest staat:
“De journalist onthoudt zich van het optreden als hulpje van de politie of andere veiligheidsdiensten. Hij/zij zal enkel informatie moeten verstrekken die reeds in een mediakanaal is gepubliceerd.“
Verder is volgens Daphne zowel de politie als de burgemeester op de hoogte van dit voorval. AT5 werkt tevens samen met een mediabureau, InterVisualStudio, die medewerkers van handhaving inhuurt als ‘fotojournalist’.
Dat AT5 weinig heeft met onafhankelijke journalistiek is al eerder gebleken: op 28 februari van dit jaar was de eerste demonstratie bij de Stopera tegen burgemeester Femke Halsema. Demonstranten eisten toen dat de gemeente Amsterdam al haar banden met Tel Aviv zou breken. Dit was tevens opgesteld in een petitie; de burgemeester weigerde de petitie in ontvangst te nemen en AT5 negeerde dit onderwerp volkomen. Toen op dezelfde dag activisten de raadsvergadering verstoorden, heeft AT5 ook dit journalistiek waardige incident gecensureerd.
Helaas voor AT5 konden ze het niet helemaal negeren, aangezien zich er een onwaarschijnlijk incident voordeed. Op 7 mei van dit jaar werd het Binnengasthuis terrein van de UvA bezet door anti-genocide activisten. Ook AT5 was daar van de partij en ze besloten, op een voor hen heel ongelukkig moment, live te gaan. En dat gebeurde toen ondergetekende een speech hield en uithaalde naar AT5.
WIE IS HOOFDREDACTEUR AT5 ALTAN ERDOGAN?
De weken en maanden na mei zijn er nog diverse protesten geweest bij de Stopera die groter in omvang werden. Zo groot dat AT5 het niet meer kon negeren. Ze berichtten er dus wel over maar zonder de eisen van de demonstranten te melden waarvan de belangrijkste was dat Amsterdam alle vormen van samenwerking met Tel Aviv moest beëindigen. De andere eis was de eis richting de burgemeester om Israël te veroordelen voor het feit dat ze honger als wapen gebruikten. Het is duidelijk dat AT5 totaal geen onafhankelijk journalistiek medium is en dat hoofdredacteur Altan Erdogan in dienst van Halsema staat als haar pr-medewerker. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat AT5 al jaren slechte kijkcijfers heeft en dankzij de miljoenen euro’s van de gemeente, het hoofd boven water weet te houden. Altan heeft het tij niet weten te keren. Onder journalisten staat hij bekend als ‘ambtenaar’ vanwege zijn gebrek aan creativiteit. In zijn huidige functie bij AT5 is hij defacto ambtenaar.
Als we naar zijn cv kijken valt op dat hij nauwelijks als onafhankelijk journalist heeft gewerkt. Zo was hij eerder werkzaam voor het racistische PowNed, en was hij hoofdredacteur van universiteitsblad Folia. Beide organisaties hebben geen ruimte voor onafhankelijke journalistiek; Folia bericht vooral wat goed is voor de UvA vanuit het perspectief van het bestuur. Voor de rest was Altan werkzaam bij Nieuwe Revue, VARA, en bij Volkskrant Magazine. Nergens heeft hij het verschil weten te maken, sterker nog; hij heeft gefaald in diverse projecten. Bij de Nieuwe Revue werd onder zijn leiding een reorganisatie doorgevoerd vanwege de slechte oplagecijfers. Altan besloot om de naam te veranderen naar Revue maar dit werd al snel teruggedraaid door zijn opvolger. Temidden van de reorganisatie vertrok Altan alweer voor wat hij noemde ‘een droombaan’ omdat hij een mooi aanbod kreeg van de VARA, als hoofd Informatie programma’s. Echter ook deze droombaan liep uit op een mislukking en na twee jaar moest hij alweer op zoek gaan naar een nieuwe baan. Zelf zei hij over zijn vertrek: “De voornaamste reden is dat de functie uiteindelijk niet helemaal bij me blijkt te passen. Hoewel het een relatief korte periode was, heb ik een prachtige tijd bij de omroep meegemaakt”. De VARA gaf zelf ook een korte statement uit wat doet vermoeden dat Altan is ontslagen. Altan viel in een zwart gat, voelde zich onzeker als werkloze man tot hij, met tegenzin, bij PowNed aan de slag ging1. Dit deed bij menigeen de wenkbrauwen fronzen: een half Turkse man die bij ‘linkse’ media heeft gewerkt, gaat nu aan de slag bij een rechts-racistische omroep? Dit was niet uit te leggen. Het was ook voor Altan zelf beschamend, zo beschamend dat hij dat stukje van zijn geschiedenis heeft gewist op zijn Linkeldn profiel.
De carrière van Altan vanaf zijn 40ste jaar kenmerkt zich vooral met korte dienstverbanden, Folia en nu AT5 uitgezonderd. Laatstgenoemden zijn eigenlijk geen journalistieke functies te noemen maar vallen meer onder de noemer van communicatie/pr.
‘Altan Erdogan koos samen met zijn tweelingbroer voor de Nederlandse nationaliteit toen hij 17 was: “Anders moet je een afkoopsom betalen”.’
Voor zijn 40ste jaar had de geboren Amsterdammer lange dienstverbanden bij het Parool en de Volkskrant. In een interview in 2009 voor de Turks-Nederlandse magazine Tulpia geeft Altan een inkijkje in zijn leven. Zo zegt hij bijna nooit te hebben gesolliciteerd en dat het voor hem nooit moeilijk is geweest om een baan te vinden: “Heb je in onze branche eenmaal naam gemaakt, dan gaat het verder wel goed.”
Dit zegt waarschijnlijk dat hij meer inzet op relaties dan op zijn journalistieke vaardigheden. Hoe heeft hij anders naam kunnen maken? Hij staat niet bekend om bepaalde onthullingen die hij gedaan heeft, de droom van elke journalist. In zijn ruim 30 jarige loopbaan heeft Altan niet één noemenswaardige onthulling gedaan. Zelf vindt hij dat hij zijn carrière te danken heeft aan zijn doorzettingsvermogen: “Ik wilde beter zijn dan anderen”.
Bij AT5 en Folia doet hij het goed, naar hun normen, ook al heeft de stadszender nog steeds belabberde kijkcijfers. Terwijl hij het bij de meer journalistieke media het slecht heeft gedaan: bij Nieuwe Revue en de VARA. Zo slecht dat hij het zelf niet eens kan ontkennen. Bij de Volkskrant is er een mooi voorbeeld te geven dat hij koos voor relaties in plaats van journalistiek. Toen Barbara van Beukering hoofdredacteur van de VK magazine zou worden, was er fel protest vanuit de redactie omdat ze geen journalistieke achtergrond heeft. Ze schreven een protestbrief
Concluderend kunnen we zeggen dat Altan vooral voor zichzelf kiest en dat hij geen bewezen successen als journalist heeft. Het feit dat hij ervoor kiest om te werken als pr-man voor een instituut die warme banden heeft met genocidale instanties, en daarmee ook zijn indirecte bijdrage levert aan de genocide, laat zijn egocentrisme zien. Altan is niet alleen als journalist mislukt maar ook als mens.
Tekst gaat beneden verder
SOFTE KRITIEK AMNESTY OP GEBRUIK CAMERASURVEILLANCE DOOR POLITIE
Amnesty heeft onlangs kritiek geuit op de politie voor het gebruik van camerasurveillance. De zogenoemde mensenrechtenorganisatie stelt dat er duidelijkere regels moeten komen over camera’s bij demonstraties en roept op tot een verbod bij gezichtsherkenningstechnologie, alleen áls dit gebruikt wordt voor het identificeren van mensen. Echter dit onderzoek van Amnesty is het beste te kwalificeren als slechts ‘softe kritiek’ en ‘onvolledig’. Onvolledig omdat het rapport niets zegt over de vele undercover informanten die zich voordoen als demonstranten of professionele fotografen en in die hoedanigheid foto’s van activisten nemen. Ook is het onvolledig omdat de politie direct om beeldmateriaal vraagt van fotojournalisten en dreigt met inbeslagname. Hiermee staat niet alleen het demonstratierecht onder druk maar ook de persvrijheid. Het is tevens softe kritiek te noemen omdat Amnesty slechts zegt dat de surveillancemethoden van de politie “niet in overeenstemming zijn met mensenrechten”. Er wordt niet gespecificeerd om welke mensenrechten het dan zou gaan. De hamvraag is of de werkwijze van de politie wel overeenkomt met de wet en daarover zegt Amnesty niets. Dus om deze reden is het ‘softe kritiek’ te noemen.
Tevens wordt de angst van een demonstrant getoond door middel van onderstand citaat:
Deze vorm van bangmakerij wordt vergroot doordat Amnesty de zorgen niet ontkracht en ook niet zegt dat zo’n stempeltje onacceptabel is. Dat die angst er bij ‘iedereen echt diep inzit‘, lijkt wat overdreven als het al om een authentieke citaat gaat. In deze context is zo’n citaat niets meer dan het ontmoedigen van activisten om te gaan demonstreren, en wie o wie zou zo’n boodschap willen geven?
Een ander tekenend voorbeeld is van mei van dit jaar; toen de eerste studentenacties begonnen. Toen de ME de bezetting van het Binnengasthuis op gewelddadige wijze beëindigde, gingen activisten protesteren op het Rokin. Met ‘woensdagavond’ wordt hiernaar gerefereerd:
Amnesty noemt het ‘onacceptabel’ dat er geweld werd gebruikt door demonstranten tegen agenten. Tevens zeggen ze dat de politie een aantal kansen op de-escalatie niet heeft benut. Allereerst is het feitelijk onjuist te noemen dat demonstranten geweld tegen de politie gebruikten, er zijn hier dan ook geen beelden van.
En weer zien we slechts softe kritiek op de politie, het is een narratief waar de politie prima mee kan leven. Wat kwalijker is, is dat Amnesty deze verklaring heeft gegeven zonder dat ze een onderzoek hebben gedaan.
‘Job-hopper’ Dagmar directeur Amnesty Nederland
Dan de vraag wat Amnesty Nederland bezielt om zulk slecht werk te verrichten. De directeur van Amnesty is Dagmar Oudshoorn en op zijn zachts gezegd is het een heel merkwaardig persoon in deze positie. Niet in de laatste plaats omdat ze bij de politie heeft gewerkt: bij de nationale politie, eenheid Amsterdam. Dus het rapport en de verklaring van Amnesty gaan over de oud-collega’s van Dagmar, en alleen dit al wekt de schijn van belangenverstrengeling. Ze heeft verder als burgemeester gewerkt in Uithoorn en was bestuurder in deelraad Feijenoord. Ze is dus een politiek bestuurder en dit maakt haar ongeschikt om te werken als directeur van een mensenrechtenorganisatie. Als mensenrechtenactivist moet je juist die bestuurders controleren. Het profiel van een directeur zou moeten zijn van iemand die misstanden blootlegt, iemand die een bewezen trackrecord heeft van het onthullen van mensenrechtenschendingen, een onafhankelijke onderzoeker. Dagmar heeft hier totaal geen ervaring in en is nooit onafhankelijk geweest. Wel heeft ze ervaring met het schieten van vuurwapens.
Officieel benoemt het bestuur van Amnesty de directeur en het bestuur bestaat uit 8 personen. Eén van die personen is Nenita la Rose die een termijn als Amsterdams raadslid voor de PvdA heeft gediend, de oud-partij van Dagmar. De voorzitter van het bestuur was Frank Heemskerk, ook een PvdA-er die Kamerlid en Staatssecretaris is geweest. Het lijkt er dan ook sterk op dat haar benoeming tot stand is gekomen via het toespelen van baantjes onder politici. In het interview van bovenstaand afbeelding zegt Dagmar dat ze is benaderd om te gaan solliciteren bij Amnesty, zonder verdere details te geven: ‘Ik ben geen job-hopper, maar dit was natuurlijk wel Amnesty!’
Verder wil Dagmar niet spreken van een genocide in Gaza, uit ze totaal geen kritiek op burgemeester Femke Halsema of op het beleid dat pro-Palestina activisten harder worden aangepakt: er is meer politiegeweld en aanklagers en rechters eisen en geven zwaardere straffen voor deze groep dan andere demonstranten. In het interview wat ze voor het Parool heeft gegeven op 19 november, geeft ze een behoorlijk pro-Israëlisch beeld. OliveX heeft dit interview geanalyseerd, zie afbeelding hieronder.
Interessant te melden is dat de weinig charmante Dagmar voorzitter was van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden wat ingesteld werd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en als feitelijke taak had om het slavernijexcuses soepeltjes te laten leiden zonder dat het zou leiden tot protesten binnen de zwarte gemeenschap. Dit adviescollege was dan ook alles behalve onafhankelijk en stond op één lijn met de regering. Toen het adviesrapport Route naar Herstel werd gepresenteerd op 4 april, mocht Dagmar het openingswoord doen. Hier onderstreepte en benadrukte ze meerdere keren dat herstelbetalingen aan individuen (dus schadevergoeding aan de nazaten van de slaven) geen goed idee was. Eén van de argumenten die ze gaf, was dat de kans op het krijgen van een geldbedrag heel klein was. Dat de kans klein is, als dit al waar zou zijn, zegt niets of de nazaten van de slaven het wel of niet moeten eisen. Die twee dingen staan los van elkaar.
Het is duidelijk dat Dagmar en Altan poppetjes van het systeem zijn. In ruil voor hun onafhankelijkheid, krijgen ze banen met aanzien en een goed inkomen. Ze dienen het blanke systeem ten koste van gemarginaliseerde groepen, #true.
- Dit weet ik vanwege een gezamenlijke vriend die ik met Altan deel. ↩︎