Pegida voorman Edwin Wagensveld wilde de Koran verbranden op 13 januari in Arnhem waarvoor hij een demonstratievergunning kreeg van burgemeester Ahmed Markouch. Markouch verklaarde later dat hoewel hij het pijnlijk vond, de wet nageleefd moest worden.
En die argumentatie is tegenstrijdig met zijn handelen. Aangezien de wet wel degelijk ruimte geeft om zo’n demonstratievergunning om de Koran te verbranden, af te wijzen. De burgemeester had namelijk op verschillende gronden de ‘demonstratie’ van de Pegida-voorman kunnen verbieden. Allereerst op grond van veiligheid zoals hij dat wél deed op 20 maart voor dezelfde aanvraag van dezelfde voorman. Dat het op 13 januari uit zou lopen op ongeregeldheden is natuurlijk geen verrassing, ook al zei Markouch tegenover omroep Gelderland, dat hij de ongeregeldheden op deze manier niet had voorzien. Ook had de burgervader de actie kunnen verbieden op grond van discriminatie en op grond van haatzaaien. De wet geeft voldoende ruimte om acties als het verbranden van de Koran te verbieden en het is absoluut kwalijk dat Markouch juist het omgekeerde beweert.
Dan volgt de vraag, als Markouch die ruimte had, waarom heeft hij de Koranverbranding toch toegestaan? Ik kan geen andere reden bedenken dan bewuste provocatie vanuit de staat, geen andere reden dan institutioneel racisme zoals we ook bij de toeslagenschandaal hebben gezien. Een discriminerende, haatzaaiende actie toestaan is spijtig genoeg niets anders dan bewuste provocatie.
Jammergenoeg zijn er ook geen Moslimorganisaties geweest die tegenwicht hebben geboden: tot dusverre heeft niemand op het feit gewezen dat Markouch, als hij de wet echt wilde volgen, de Koranverbranding had moeten verbieden in plaats van toestaan. Nu pleit Markouch wel voor een wettelijk verbod op verbranding van religieuze boeken. Waarom eerst toestaan daar waar je ruimte hebt om het te verbieden en nu pleiten voor een expliciet verbod? Hoewel de wet dus niet expliciet spreekt van verbranding van een religieus boek, verbiedt het dergelijke acties wel onder haatzaaien en discriminatie.