Skip to main content

Eerder is deel 1 verschenen op dit platform over de gebeurtenissen op maandag 27 mei. In dat artikel is uitgelicht dat de blunder van Femke Halsema heeft geleid tot politiegeweld, een dag na de barbaarse aanval op Rafah waarbij 45 Palestijnen levend werden verbrand. In dit deel van het artikel zullen de andere gebeurtenissen van die week worden geanalyseerd: het interview van Halsema en een poging tot bezetting van het stadhuis. In deel 3 zal ik volgende week een artikel over mijn arrestatie publiceren.

Op de donderdag zou Halsema een interview geven aan studenten van de UvA, genaamd Room for Discussion, op het Roeterseiland. Een uitgelezen kans, dacht ik bij mezelf, om te protesteren en Halsema uit te jouwen bij haar aankomst.
Uitgejouwd worden onder toeziend oog van camera’s is een killer voor het imago van een politicus. Het voordeel van de demonstratie is dat ik verzekerd ben dat er mensen, vooral studenten, aanwezig zullen zijn en dus niet veel organisatiekracht eist om deze demo te organiseren. Wel twijfelde ik of ik deze demonstratie officieel moest aanvragen. Ik besloot het om het te doen omdat ik in gedachte had wat een activist tegen mij zei: dat zijn protest was beëindigd door de politie omdat hij geen aanvraag had gedaan. Alhoewel je een demonstratie van tevoren moet aanmelden mag een demonstratie niet worden beëindigd of verboden als je het niet gemeld hebt. Maar ja, de politie houdt zich tegenwoordig zo vaak niet aan de wet.

Gemiste kans om Halsema uit te jouwen

Nadat ik mijn demonstratie had aangemeld, las ik een halfuur later op de Instagram pagina van Room for Discussion dat Halsema het interview had verplaatst van het Roeterseiland naar het stadhuis. Halsema verklaarde dat er signalen waren dat het gesprek met studenten gekaapt zou kunnen worden. Politie en het Openbaar Ministerie zouden uit veiligheidsoverwegingen geadviseerd hebben om het interview te verplaatsen. De media, onder andere Volkskrant en at5, namen de veiligheids-argumentatie klakkeloos over en stelden geen nadere vragen.
Waarom zou het interview op Roeterseiland niet veilig zijn? Welke signalen heeft ze gekregen? En door wie gekaapt worden? Ook de interviewers van Room for Discussion gingen hier niet op in en presenteerden het veiligheidsargument als feit.

Ontvangsbevestiging van de demo, zie rechtboven voor tijdstip

Artikel Parool

Ik had mijn kans gemist om Halsema uit te jouwen, het was een miscalculatie door de demonstratie aan te melden en dus Halsema een kans te geven zich hieruit te manoeuvreren. Zoals een Hollands gezegde luidt: ‘Gedane zaken nemen geen keer’.
De vraag is ‘wat nu’? Dan maar een demonstratie bij het stadhuis organiseren, dacht ik. Maar alleen een demo is onvoldoende, het is tijd om te escaleren. En daarom dat ik om het stadhuis te gaan bezetten. Met wie zou ik dat doen? Recentelijk hadden studenten en alumni een leeg gebouw gekraakt wat vernoemd werd naar de eerste Palestijnse vrouwelijke vrijheidsstrijder: Shadia Abu Ghazala.
Mijn plan was om het daar voor te leggen en medestanders te vinden.
Toen ik daar aan kwam stond een jongeman voor de deur en vroeg waarvoor ik kwam. Ik zei dat ik een demonstratie wilde organiseren en de groep hiervoor wilde uitnodigen. Hij zei dat ik dat kon doen na de lezing die werd gegeven wat ging over je rechten als gearresteerde. Op dat moment zag ik ook een jonge vrouw die ik bij de vorige bezetting van het stadhuis op 17 mei redde omdat zij anders overlopen zou worden door een politiepaard. Ik weet niet wat haar echte naam is, veel activisten kennen elkaar alleen bij hun bijnaam en communiceren via apps zoals Telegram en Signal waar je je telefoonnummer kunt verbergen. Laten we haar Robin noemen.
Ik vertelde haar over mijn idee en vroeg wat beter zou zijn: om het met de hele groep te delen of een selecte groep van organisatoren. Ze zei dat eerdere acties nooit met de hele groep zijn gedeeld maar dat we het misschien wel moesten proberen.
Ik waagde de gok. 

De lezing wat ging over je rechten als demonstrant, werd te langdradig en ik onderbrak het met het verzoek of ik nu mijn verhaal mocht doen. Voordat ik aan het woord kwam, deden we alle telefoons en laptops weg om te voorkomen dat we afgeluisterd konden worden door de veiligheidsdiensten.
Toen ik het idee voorlegde van de bezetting en iemand aan de groep vroeg wie hieraan wilden deelnemen, was nagenoeg de hele groep hier voorstander van.
De vastberadenheid van deze jonge mensen is indrukwekkend; ze zijn bereid om veel risico’s te nemen. Toen een Westerse, niet-Nederlandse student zijn bezorgdheid uitte, veranderde de sfeer in de groep.
Hij benadrukte dat het te riskant was en dat al veel kameraden gearresteerd waren. “We moeten het niet doen voor onze gearresteerde kameraden.”
Ik reageerde door te wijzen op de erbarmelijke situatie in Gaza.
Anderen kwamen ook aan het woord; één persoon vond de bezetting een goed plan, omdat de machthebbers een ‘pain in the ass’ nodig hebben.
Een ander stelde voor om de actie beter te organiseren dan de vorige keer op 17 mei toen de bezetting vroegtijdig werd beëindigd.
Een aantal mensen moesten als organisatoren of leiders dienen tijdens de operatie. Vervolgens vroeg ik aan de groep wie dit samen met mij zou willen doen en 2 handen gingen in de lucht.
Anderen zeiden dat we het op de Instagram pagina van Amsterdam Student Encampment kunnen delen en op de Signal groep, wat een redelijk groot bereik heeft.

De niet-Nederlandse student wilde weer wat zeggen en met tegenzin gaf ik hem het woord. Hij herinnerde iedereen er nogmaals aan dat veel kameraden al gearresteerde zijn, dat het risico te groot was en kans op geweld ook.
Met overtuiging zei ik dat het Stadhuis de meest veilige plek is om een bezetting te doen aangezien het het huis is van de burgemeester, het centrum van de macht.
Dat zou de laatste plek zijn waar de burgemeester ME zou willen inzetten; je wilt niet dat gewelddadige beelden de wereld overgaan, de wereld omdat momenteel de internationale pers in Amsterdam is en regelmatig verslag doen.
Zo hebben onder andere Aljazeera, NBC, Middle East Eye, het Turkse Anadolu agency allemaal aandacht geschonken aan de gebeurtenissen in de stad.
Bovendien zouden gevechten in het stadhuis eerder lijken op een revolutie, dat wil je niet als machthebber.
En doordat ze niet kunnen ingrijpen, moeten we zelf een manier bedenken hoe we de bezetting succesvol kunnen beëindigen.
Ook daarover had ik nagedacht. Als AT5 zou publiceren waarom activisten het aftreden van Halsema eisen, zouden wij de bezetting beëindigen.
Iets wat de stadszender tot nu toe heeft geweigerd te doen, ondanks dat we drie keer voor het stadhuis hebben gedemonstreerd. We eisen het aftreden om drie redenen:

1. Voor het excessieve politiegeweld van anti-genocide demonstranten.
2. Voor het feit dat Halsema Israël niet veroordeeld heeft vanwege het inzetten van water en voedsel als wapen.
3: Omdat Halsema de banden met Tel Aviv niet verbroken heeft, tegenstrijdig met een aangenomen motie uit 2015 toen de samenwerking werd aangegaan.

Als AT5 dit zou publiceren, zouden wij de bezetting eindigen.
Als ze het weigeren, dan zouden we de bezetting doorzetten.
“Laat ze dan maar de ME gebruiken”, zei ik. Ook al achtte ik die kans klein, we zouden wel voorbereid moeten zijn op dat scenario.
“Dan moeten we maar een aantal stokslagen incasseren ‘high-risk is high reward‘.
Ik pepte de groep op door overtuigend te scanderen: ‘We can do it’.

Echter verbrak de niet-Nederlandse Westerse student weer de activistische sfeer door te zeggen dat hij mijn passie respecteerde, maar nog steeds te riskant vond.
Zoals de vorige keren, stond hij op en keek naar de groep en draaide zijn lichaam beide kanten op zodat hij met iedereen oogcontact kon maken.
Ik vond niet dat ik hem meer podium moest geven en onderbrak hem, wat leidde tot een discussie en dat kwam de groepsdynamiek niet ten goede.
Een aantal mensen het voor hem op.
Buiten, tijdens de pauze, vroeg ik iemand hoe hij de discussie had ervaren:
“De groep kent hem wel en jou niet, vandaar dat ze zo reageerden.” 
De jongeman die bij de deur stond kwam naar me toe en zei dat ze straks een vergadering hadden en dat ik er niet bij kon zijn. Ik maakte mijn verbazing duidelijk, maar maakte er geen punt van. Ik wist niet hoe ik het moest opvatten, later vond ik het wel raar om slechts tegen één persoon te zeggen dat hij er niet bij mag zijn.
Ook vertelde hij dat ik vanwege tijdgebrek nog maar tien minuten had.
Toen we na de pauze weer verder gingen, onderbrak deze man het gesprek na enkele minuten door te zeggen dat we eigenlijk geen tijd meer hebben.
Als wij in deze situatie een bezetting plannen van het Stadhuis, zou toch alle prioriteit daar moeten liggen. Dan geef je toch meer tijd en stel je die andere vergadering uit. Amsterdam maakt met deze acties historische tijden mee, het momentum is nu.
Ik ging naar huis met een twijfelend gevoel.
Thuis aangekomen stuurde ik berichten naar de beheerders van de social media kanalen en kreeg tot mijn verbazing geen reactie. Ook was ik op een groepsapp met zo’n 250 mensen op Signal, waarvan ik die dag toegevoegd was, alweer verwijderd.
Een aantal individuen die ik oppervlakkig kende, hadden me zelfs geblokkeerd! 

Room for Discussion Interview: Halsema krijgt vrijspel!

Voorafgaand aan het interview van Halsema belde ik met Room for Discussion.
Het zou mooi zijn als ze hard werd aangepakt, na alles wat ze heeft gezegd en gedaan. Zo zei ze bijvoorbeeld dat ze naar pro-Palestina demonstraties Arabische tolks zou sturen om zeker te weten dat er geen verboden uitingen werden geroepen.
Dat ze uitsluitend het Arabisch expliciet noemt, maakt de uitspraak racistisch.
Bij een bezoek naar Auschwitz in november nam ze klakkeloos het bericht van het CIDI over dat antisemitisme met maar liefst 800% zou zijn gestegen.
Los van het feit dat het onrealistisch hoog klinkt, is de zionistische organisatie CIDI natuurlijk geen onafhankelijke bron.
In het desbetreffende artikel verwijst het Parool niet naar het CIDI als bron.
Ook heeft ze gezegd dat de Hamas-aanval de grootste slachting onder Joden was sinds de Holocaust. Met deze uitspraak ontken je impliciet dat er sprake is van bezetting, onderdrukking en apartheid. Alsof er geen andere reden is om Israël aan te vallen dan dat de inwoners Joodse mensen zijn. De burgemeester had verder besloten om de Israëlische vlag halfstok te hangen daags na 7 oktober maar niet de Palestijnse vlag, terwijl het menselijk leed in Gaza vele malen erger is.
Niet alleen de stad Amsterdam maar nergens in West-Europa, bij officiële gelegenheden, is er ook maar een minuut stilgestaan bij al die onschuldige Palestijnse doden. Niet bij sportwedstrijden, niet bij gemeentes, nergens.
Alsof de kleur van je bloed leidend is voor het wel of niet herdenken van onschuldige mensen. Het meest schrijnende is dat Halsema niet eens de Israëlische oorlogsmisdaden heeft veroordeeld. Dit allen heb ik telefonisch besproken met één van de interviewers en hij zou het meenemen.
Niets bleek minder waar.

Aanwezige publiek keert Halsema de rug toe

Het interview zelf was ronduit een lachertje te noemen. Zo veroordeelde Halsema alweer wél Hamas voor het schenden van het oorlogsrecht en voegde eraan toe: “Israël moet zich ook aan het internationaal recht houden”.
De twee interviewers vroegen niet door. De rest van het interview ging vooral over hoe Joodse mensen zich bedreigd voelen, weinig over politiegeweld maar juist meer over geweld van demonstranten. Halsema zei herhaaldelijk dat demonstranten vuurwerk richting de politie hebben gegooid wat feitelijk onjuist is. Hier zijn dan ook geen beelden van maar de interviewers gaven totaal geen tegengas. Het enige interessante wat Halsema te melden had, was dat de politie er is om de demonstranten te beschermen, bijvoorbeeld tegenover eventuele tegen-demonstranten.

Tegendemonstranten of staatsterroristen?

Dat was het geval op 7 mei, de eerste dag van het encampment waarbij activisten werden aangevallen door onbekende mannen onder toeziend oog van de politie.
Toen een aantal activisten ze verjaagde met houten stokken, is één van deze aangeklaagd terwijl de provocateurs zich hebben aangemeld als ‘benadeelde partij’. Hetzelfde gebeurde op 11 mei toen meer dan 20.000 mensen demonstreerden en de Nakba herdachten (mainstream media spreekt van 10.000 mensen).
Op het Museumplein begonnen 10 mannen uit het niets de demonstranten aan te vallen en vuurwerk te gooien.
Toen een aantal dappere jongemannen de aanvallers succesvol wisten te verjagen, zijn er minimaal twee van hen aangehouden en aangeklaagd terwijl het duidelijk zelfverdediging was en de politie was nergens te bekennen.
Over het lot van de aanvallers is niets bekend gemaakt.
Merkwaardig genoeg heeft AT5 niets over deze aanval geschreven.
NOS noemde het aanvankelijk ‘schermutselingen’ om hetzelfde artikel later op de dag aan te passen en het incident wel te melden.
De meeste mainstream media hebben de gebeurtenis genegeerd.

Demonstratie Nakba 11 mei Damplein

Het is verbijsterend dat 10 mensen het lef hebben om een groep van minimaal 20.000 mensen aan te vallen. Het risico dat hun veiligheid ernstig in gevaar komt, is veel te groot. Een plausibel argument dat je voor deze voorbereide en aangekondigde aanval kunt geven, is dat de aanvallers een flinke som geld kregen om deze risico te lopen.
Als we kijken wie deze middelen hebben en wie het motief heeft, is dat, schrik niet, de staat der Nederlanden.
Het is dan ook mogelijk dat de veiligheidsdiensten achter deze aanval zitten.
De regering heeft last heeft van de anti-genocide demonstraties en via deze vorm van angstmakerij willen ze mensen ontmoedigen om naar demonstraties te gaan.
In dat geval gaat het niet om tegendemonstranten maar om staatsterroristen omdat ze via gewelddadige wijze een politiek doel willen bereiken.
Dat is de definitie van terrorisme. Echter beide keren zijn de operaties volkomen in de soep gelopen.
Als Halsema het heeft over het beschermen van demonstranten tegenover agressievelingen, kan ze geen geslaagd voorbeeld noemen.
Dit laat zien dat activisten in staat moeten zijn zichzelf te verdedigen.
Daarnaast was er totaal geen publieke verontwaardiging of politici die het veroordeelden, zelfs links Nederland zweeg in alle talen.

Demonstratie Stopera Stadhuis: extreem veel politie

De volgende dag, donderdag 30 mei, zou de demonstratie bij het stadhuis plaatsvinden. Een paar uur voor de demonstratie werd eindelijk een bericht gestuurd in de groepsapp van Amsterdam Student Encampment die de demonstratie aankondigde. Spijtig genoeg hadden de beheerders niets gedeeld op de Instagram-pagina, die het grootste bereik heeft. Er werd ook gezegd dat, gezien de situatie, verwacht werd dat veel demonstranten, media en politie aanwezig zouden zijn.
Het aantal demonstranten viel tegen, de media was wel aanwezig maar niet in grote getalen en minder dan de demonstraties die ik eerder bij het stadhuis organiseerde.

Openingsspeech Ozzy Dogan demonstratie 30 mei

Het aantal politiemensen was niet veel te noemen, maar extreem veel: politiebusjes, motoragenten, arrestantenteams, paarden, ME, undercovers, drones en natuurlijk gewone agenten. Eén politiebusje met ME-agenten erin stond zelfs net voor de ingang van het stadhuis, alsof ze de ingang wilden blokkeren voor de bezetting.
De politie had het hele Stopera-gebouw, dat een ronde vorm heeft, omcirkeld.
En dat allemaal voor ongeveer 50 demonstranten.
Een aantal studenten en alumni die ik een dag eerder in het Shadia Abu Ghazala-gebouw zag, waren er ook, maar veel minder dan ik had gehoopt.
Ik vroeg aan één van hen waarom ik uit de groep was verwijderd. Hij antwoordde dat omdat ik een prominente activist ben, ze mij uit veiligheidsoverwegingen uit de groep hebben verwijderd.
Ik wist niet of ik dit moest geloven, want elke groepsapp van meer dan 10 personen bevat een informant en in de betreffende groepsapp zaten zo’n 250 mensen.
De reden van de aanwezigheid van het arrestantenteam, dat zijn agenten in burgerkleding die verdachten op heterdaad arresteren, was ook duidelijk geworden: om mij te arresteren. Dat kreeg best veel media-aandacht; de Telegraaf, AT5 en GeenStijl berichtten erover. Officieel werd ik gearresteerd voor de trap die ik een ME-agent gaf drie dagen eerder.
In dat geval rijs rijst de vraag waarom ik door een arrestantenteam ben gearresteerd aangezien het niet op heterdaad was. Een agent klaagde zelfs naar demonstranten toe dat hij had voorgesteld om mij thuis te arresteren. En anders hadden ze ook een brief kunnen sturen. De reden van mijn arrestatie is waarschijnlijk omdat ze mij als bedenker van de bezetting, uit veiligheidsoverwegingen, die dag achter de tralies wilden hebben.

De aanwezigheid van agenten in groten getale, in combinatie met de gebeurtenissen een dag eerder, gaven mij het sterke vermoeden dat informanten hadden doorgespeeld dat we mogelijk het stadhuis wilden bezetten.
Een aantal dagen later had ik een telefonisch gesprek met Robin, de vrouw met wie ik de mogelijke bezetting een dag eerder had besproken.
Ze begon het gesprek door mij af te snauwen toen ik vroeg hoe het met haar ging.
“I don’t like that question”.
Het feit dat ik haar twee keer had gered van een aanvaring met een politiepaard, nam ze mij niet in dank af. Ik zou haar dan wel hebben behoed voor een ongeluk, maar tegelijkertijd ook hebben belet te doen wat ze wilde doen.
Toen ik vervolgens mijn ongenoegen uitte over het feit dat ik uit de groepsapp was verwijderd, dat beheerders mijn berichten niet beantwoordden of zelfs mij hadden geblokkeerd, gaf ze toe dat ze mij vooraf hadden moeten informeren.
Het was volgens haar vooral omdat sommigen mij te arrogant vonden omdat ik mezelf als leider zou presenteren. Waarschijnlijk heeft ze dit uit een Telegraafartikel over mij.
Ik reageerde door te zeggen dat ik niemand mijn leiderschap opleg, niemand hoeft mij te volgen en tegelijkertijd kan ook niemand ontkennen dat ik een geboren leider ben, dat is nou eenmaal mijn natuur. Zij vond dat de organisatie geen leiders moest hebben, behalve als het Palestijnen waren. Er zijn inmiddels meerdere pro-Palestijnse organisaties en ik maakte haar duidelijk dat zij niet de positie of de legitimiteit heeft om zo’n kernzaak zelfstandig te besluiten. Bovendien heeft elke organisatie, die professioneel wil worden, leiders nodig. Idealiter zijn het er meerdere.
In het gesprek bleek dat we meerdere meningsverschillen hebben.
Bijvoorbeeld ook over de media. Een vriend van haar gaf regelmatig quotes in de mainstream media als woordvoerder van de demonstranten en hiermee geeft hij deze media legitimiteit.
Dezelfde media die zo vaak ten onrechte ons als gewelddadige activisten hebben neergezet. Robin was van mening dat we de media nodig hebben.
Ik reageerde door te zeggen dat we onze eigen media moeten creëren, nu er zoveel aandacht op ons gevestigd is, kunnen we binnen no-time groot worden.
Bovendien zal de mainstream media altijd berichten als het gaat om demonstraties en bezettingen, ongeacht of wij ze te woord staan. Wij krijgen bovendien geen ruimte om ons verhaal te doen. 

Toen we het over de massaal aanwezige politie hadden, vertelde ik haar mijn vermoedens over informanten. Ze was het ermee oneens omdat ze geloofde dat als de politie die informatie zou hebben, deze via ‘digitale middelen’ zou zijn verkregen.
Iets wat juist onwaarschijnlijk is omdat we alle telefoons en laptops hadden weggedaan voordat we over de bezetting gingen praten. Ook zei ze dat er nooit een pijl op te trekken is wat betreft het aantal agenten. Dit was mijn derde georganiseerde demonstratie bij het stadhuis en de vorige keren waren de aantallen agenten niet eens te vergelijken met deze keer.
Het verbaasde me vooral dat ze ontkende dat er informanten aanwezig waren; hoe kun je dat nou op stellige wijze zeggen. Dit in combinatie met haar negatieve bejegening naar mij toe, terwijl we elkaar nauwelijks kennen, deed mij vermoeden dat zij de informant was. Vermoedelijk samen met de niet-Nederlandse westerse student en de jongeman die bij de ingang stond. Informanten worden ingezet om de effectiviteit van activistische organisaties te verminderen, om verdeeldheid te zaaien en vooral om het systeem te beschermen.
De aanwezigheid van vele informanten in de organisaties van anti-genocide bewegingen vormen de grootste bedreiging voor het voeren van goed georganiseerde activisme. Deze organisaties hebben tot nog toe geen beleid om informanten aan te pakken, sterker nog; het is nauwelijks onderwerp van gesprek.
Als activisten willen professionaliseren, als ze serieus invloed willen uitoefenen is het aanpakken van informanten een must.

In mijn volgend artikel zal ik over mijn arrestatie schrijven.

Deel of Tweet:

Leave a Reply