Op 17 juni heeft het hoger beroep van de prominente activist Samir plaatsgevonden. Het ging over de vraag of hij (voorlopig) vrijgelaten moest worden. Het OM vond hij nog vast moest zitten vanwege kans op recidive.De rechter ging daarin mee terwijl Samir’s advocaat weinig tegenwicht bood.
De zaak van Samir (ook wel Sam genoemd) is de meest high-profile case van alle pro-Palestina activisten tot nog toe; de rechtszaal was dan ook gevuld met vele sympathisanten.
Sam wordt verdacht van drie feiten: het slaan van 2 indringers die vuurwerk gooiden op Roeterseiland op 7 mei, het vernielen van pc’s bij de UvA bezetting in het ABC-gebouw op 13 mei en verzet bij zijn arrestatie later op de dag. De verdediging ontkent de laatste twee feiten.
Wat betreft het vernielen van de pc’s, is Samir verdachte vanwege ‘zijn postuur’, niet vanwege gezichtsherkenning of ander direct bewijs.
De vernieling werd opgeëist door een groep die zichzelf Black bloc noemt, tot nog toe de meest krachtige verklaring van pro-Palestina activisten.
Wie is Sam? Sam is een 35-jarige Palestijnse queer activist uit Jordanië. Hij is een asielzoeker die nog maar 1,5 jaar in Nederland woont. Sam kreeg veel bekendheid en sympathie binnen de pro-Palestijnse community nadat hij op gewelddadige wijze werd gearresteerd en de inhumane behandeling die erop volgde. In de oorlog heeft hij verschillende familieleden in Gaza verloren. Uit protest tegen de genocide was hij enkele weken in hongerstaking. Voor Palestina activisten is Samir het symbool van een repressieve behandeling van anti-genocide activisten. |
Het was een bijzonder teleurstellende zitting voor iedereen die het Palestijns activisme een warm hart toedraagt. Tevens was het onder de minimumgrens van wat je bij een eerlijk proces mag verwachten, om meerdere redenen. Allereerst stond de strafzaak op snelrecht gepland en gedurende de zitting werd duidelijk dat het geen snelrecht zou zijn omdat de advocaat van Sam getuigen wilde oproepen.
Bij snelrecht kunnen geen getuigen worden opgeroepen of nader onderzoek ingesteld worden. De zaak is dan ook niet inhoudelijk behandeld, alhoewel het toch over de inhoud ging bij de vraag of hij tot de uitspraak bij het hoger beroep vrijgelaten moest worden.
Afgevraagd kan worden waarom het niemand is opgevallen dat dit geen snelrecht zaak was. De grootste verantwoordelijkheid ligt bij Sam’s advocaat, Jaantje Kramer, van Jebbink advocatenkantoor.
Eveneens is het merkwaardig te noemen dat de snelrecht-zitting pas een maand na de aanhouding heeft plaatsgevonden terwijl het doorgaans een week erna gebeurt.
Een mogelijke verklaring is dat de instituten een ontmoedigingsbeleid hanteren jegens pro-Palestina activisten.
Sam’s verdediging laat kansen liggen
Sam, die op 13 mei is aangehouden en sindsdien vastzit, was op 29 mei veroordeeld tot twee maanden celstraf waarvan één voorwaardelijk. Dat betekent dat hij al een maand gevangenisstraf heeft uitgezeten.
Bij de volgende rechtszaak, de verwachting is binnen enkele weken, bestaat er een reële kans dat hij al twee maanden vastzit, iets wat langer is dan de strafeis van het OM en het vonnis van de politierechter! Nog merkwaardiger is dat advocaat Jaantje Kramer dit niet heeft ingebracht toen de rechter vroeg naar de argumenten om Sam al dan niet vrij te laten. Het enige argument dat zij aanvoerde, was dat Samir de twee indringers sloeg nadat de politie hen hun gang liet gaan, daar waar ze hadden moeten overgaan tot arrestaties. Ook noemde ze het opmerkelijk dat er in het strafdossier niets staat vermeld over het geweld dat de twee indringers initieerden. Vervolgens kreeg de aanklager het woord en zei dat de kans op recidive groot is en daarom Samir nog vast moet zitten. De rechter vroeg of de verdediging daarop wilde reageren, maar de advocate bedankte. Dit is frappant te noemen aangezien er meerdere argumenten gegeven konden worden.
Bijvoorbeeld het feit dat Sam al een maand vastzit en daar onmenselijk is behandeld. Zo werd hem medische zorg ontzegd, moest hij in een isolatiecel zitten en is hij door de rechter-commissaris als publiek gevaar bestempeld. En dat voor een first offender, zonder strafblad die verdacht wordt van een relatief licht vergrijp.
Zijn straf is zeker disproportioneel te noemen als je je bedenkt dat straffen van vergelijkbare feiten rond de 30 uur taakstraf zijn. Dat is op zich al een straf. Wat ook een straf is, is dat veel mainstream media uitgebreid over Samir hebben gepubliceerd en hem hebben neergezet als relschopper.
Allemaal argumentaties die de verdediging terecht had kunnen aanvoeren maar om onbegrijpelijke redenen naliet. Desondanks had de rechter ervoor kunnen kiezen om hem (voorlopig) vrij te laten, aangezien hij de strafeis van 1 maand onvoorwaardelijk heeft uitgezeten.
De rechter vond echter dat het OM een punt had waarop één van de aanwezige activisten de rechtszaak verstoorde door te schreeuwen.
Verdediging voert noodweerexces aan in plaats van noodweer
De verdediging spreekt van noodweerexces, wat betreft het slaan van de twee indringers. Noodweerexces betekent dat je erkent dat je te ver bent gegaan maar dat je schuld uitsluit omdat je het deed in een staat van hevige emotie. Als we de beelden van het incident bekijken, zien we dat hij samen met enkele andere activisten in een patstelling stond met de twee indringers, die een aantoonbaar gevaar vormden voor de veiligheid van de activisten en zich pas na de stokslagen terugtrokken.
Dit terwijl de politie erbij stond en ernaar keek, zelfs toen een activist vroeg waarom de indringers niet werden gearresteerd. Deze passiviteit van de politie, die feitelijk bescherming boden voor de indringers in plaats van de activisten, is een legitieme reden om zelf het heft in handen te nemen. Er was namelijk geen andere optie; in juridische termen subsidiariteit genoemd. Dit is één van de twee eisen van noodweer.
Gezien deze omstandigheden zou noodweer beter op zijn plek zijn dan noodweerexces. Het verschil is dat bij eerstgenoemde je binnen de grenzen hebt gehandeld voor de noodzakelijke verdediging van jezelf of anderen.
Noodweer spreekt ook van proportionaliteit, de andere eis, tot de mate van agressie of bedreiging.
En de twee stokslagen die Sam heeft gegeven aan de twee indringers, zijn proportioneel te noemen, aangezien de daders niet gewond zijn geraakt en zonder kleerscheuren ervan af zijn gekomen, dit in tegenstelling tot wat de Telegraaf beweert.
Tot overmaat van ramp worden de twee indringers niet vervolgd en hebben zich zelfs gemeld als ‘benadeelden’ in de rechtszaak. De omgekeerde wereld in een politiek proces.
Samir’s arrestatie: niet volgens het boekje
De arrestatievan Samir op het Damplein op 13 mei gebeurde tijdens een demonstratie, wat dus een grove inbreuk is op het demonstratierecht van verdachte.
Tevens is het niet volgens de afspraken gelopen. Bij de bezetting van het ABC-gebouw zei de politie namelijk dat niemand gearresteerd zou worden als de activisten het gebouw zouden verlaten. En dit was een cruciale toezegging die de activisten overhaalden om hun bezetting vroegtijdig te beëindigen.
Deze twee redenen zijn tevens niet aangevoerd door de verdediging bij de politierechter op 29 mei.
Het is ook onbegrijpelijk dat het OM, Samir aanklaagt wegens ‘verzet bij arrestatie’.
Hij werd door agenten in burgerkleding gearresteerd, die van achteren kwamen aanrennen; het is dan niet zo gek dat je in zo’n situatie instinctief handelt.
Geweld tegen de undercover agenten heeft niet plaatsgevonden. Omgekeerd hebben de leden van het arrestatieteam wel geweld gebruikt: Samir werd geslagen.
Hij kreeg een blauw oog en kan nog steeds niet goed lopen: hij kwam met een rollator naar de rechtszaak.
De undercover agenten hoeven zich voor hun misdragingen niet te verantwoorden.
Daarom kunnen we niet spreken van een ‘onafhankelijke OM’.
Jebbink advocatenkantoor is een bekende onder activisten in het algemeen.
De arrestantengroep van de pro-Palestina activisten, die al bestond voor de student encampment organisatie, maakt bijzonder veel reclame voor Jebbink. Bijna bij elke demonstratie of actie sinds 7 mei wordt opgeroepen dat gearresteerden zich het beste kunnen laten verdedigen door Willem Jebbink waarbij ook zijn nummer wordt gegeven. Deze actie is zo succesvol verlopen dat het advocatenkantoor niet alleen een wachtlijst heeft staan, maar cliënten ook doorverwijst naar bevriende advocatenkantoren: bijvoorbeeld Prakken d’Oliveira.
Nu we ongeveer 6 weken verder zijn en de resultaten bekijken van zijn zaken, stelt dit bijzonder teleur.
Als we zowel naar de strafeisen van het OM als wel de rechterlijke uitspraken kijken, zien we zwaardere straffen bij pro-Palestina activisten, dan activisten van andere organisaties zoals Extinction Rebellion. De vervolgvraag is: Wat heeft Jebbink advocatenkantoor de pro-Palestina activisten opgeleverd? Jebbink zou de verantwoordelijkheid bij de rechters kunnen leggen door te klagen dat gelijke gevallen, niet gelijk worden behandeld. Dit is nooit aangekaart; noch bij de rechtszaken, noch bij de media. Aangezien hij dit nalaat, zou hij de verantwoordelijkheid ook bij zichzelf kunnen zoeken.
Voor Samir hebben ze helaas niets kunnen betekenen. Hij werd de zondebok van institutioneel racisme, van de media en populistische politici die continue demonstranten valselijk beschuldigen van geweld. Tevens worden we er aan herinnerd, dat we nog steeds in een rechts-staatcrisis zitten met niet-onafhankelijke instituten zoals het OM en rechtspraak.
Als asielzoeker die geen Nederlands spreekt, was Samir een makkelijk slachtoffer voor instituten. Iets wat hem ook belet om het functioneren van zijn advocaten kritisch onder de loep te kunnen nemen.
Zelfs tijdens de rechtszaak, was er weinig moeite gedaan om ervoor te zorgen dat Samir begreep van wat er allemaal besproken werd. Dat bleek toen hij zijn laatste woordje mocht doen. Samir had nog steeds niet door dat zijn zaak inhoudelijk niet behandeld zou worden. Hij heeft een grote prijs moeten betalen voor zijn compassie; voor zijn volk dat al bijna 9 maanden slachtoffer is van de best gedocumenteerde genocide ooit.
De rechter toonde echter geen enkele vorm van empathie en noemde Gaza niet bij naam: “Er gebeuren veel verschrikkelijke dingen in verschillende delen van de wereld”.
Tegen dit onrecht is een verstoring van de rechtszaak onvoldoende. Deze case laat zien, dat je dit onrecht niet kunt bestrijden met democratische middelen, aangezien de instituten politiek gekleurd zijn. Het enige antwoord is effectieve activisme waarbij het systeem a pain in the ass voelt. Een grote campagne van activisten die pleit voor de vrijlating van Samir zou ook effectief kunnen zijn.