Is Pieter Omtzigt de Barack Obama van Nederland of één van de zovele politici met loze beloftes? Anders dan bij Obama destijds heeft Omtzigt een duidelijke track-record en is al ruim 20 jaar Kamerlid.
Zo heeft hij een rol bij het toeslagen-schandaal, niet uitsluitend bij het onthullen ervan maar ook bij het creëren.
We weten vast nog dat Mark Rutte veroordeeld is voor discriminatie, alhoewel in juridische zin Rutte zelf niet is veroordeeld. De zaak ging over een Somalische man uit Haarlem wiens uitkering ten onrechte was stopgezet.
De gemeente hanteerde een risicoprofiel waarmee ze selecteerden op etnische afkomst, staatssecretaris Rutte verzocht dit te doen maar kon het niet eisen. Tot overmaat van ramp, ging deze werkwijze ook na de rechterlijke uitspraak gewoon door. Sterker nog: staatssecretaris Aboutaleb zei in indirecte bewoordingen dat selecteren op etnische afkomst door gemeentes mogelijk is en moest blijven. Het was volgens hem een effectieve methode en het CDA steunde dit beleid.[1]
Zo pleitte deze partij ervoor dat het UWV verkeerscontroles zou moeten uitvoeren in het verkeer om zo uitkeringsfraude aan te pakken.[2]
Verder wilde de partij huiszoekingen mogelijk maken waarbij burgers die weigerden mee te doen, hun uitkering zou worden stopgezet[3].
CDA was lang niet de enige, PvdA leider Wouter Bos had het zelfs over een keiharde aanpak fraude want “alleen dan kunnen we armoede bestrijden.”
De harde taal over uitkeringsfraude begon dus onder Balkenende hoewel bewijs ontbrak over de grote schaal ervan en bewijs die er was, wees juist uit dat er op kleine schaal gefraudeerd werd.[4][5]
Desondanks moest fraude vooral keihard worden aangepakt: instanties kregen meer bevoegdheid en in 2012 werd de ‘Fraudewet’ aangenomen, de bron van wat zoveel ellende bij tienduizenden mensen zou bezorgen dat later bekend kwam te staan als het toeslagen-schandaal.
Al in 2012 was duidelijk dat de wet ook mensen zou raken die onbedoeld fraude hadden gepleegd, een motie om deze mensen uit te zonderen werd verworpen. Het CDA van Pieter Omtzigt stemde voor de wet en tegen de motie.[6]
Ook Pieter Omtzigt, die nu alle lof krijgt van links tot rechts, wordt beschreven als de man die zich vastbijt in dossiers en de toeslagen-slachtoffers een enorme dienst heeft bewezen met zijn onthullingen, had destijds een uitgesproken mening over fraude-aanpak.
Dit onderwerp werd behalve in de Kamer tevens regelmatig in de vaste commissie Financiën besproken waar Omtzigt deel van uitmaakte.
In het Kabinet Rutte 2 pleitte hij eveneens voor een harde aanpak en groeide zelfs uit tot één van de toonaangevende gezichten van de commissie die de verantwoordelijke bewindslieden stevig aanpakte.
Zo zei hij in 2014 (CDA zit dan in de oppositie): “Het bestrijden van fraude moet topprioriteit zijn. We zien extra strafbaarheidsstellingen maar worden er nu mensen gepakt? Want tot nu toe zijn er alleen maar mensen vrijgelaten (..) Verder wil ik de nationaliteit vernemen van de mensen die uit voorlopige hechtenis zijn vrijgelaten. Een aantal landen levert de onderdanen niet uit. Ik heb me samen met heel Nederland groen en geel geërgerd bij elk bericht over fraude. Terwijl de fraudebendes steeds beter georganiseerd zijn en ook als een geoliede machine toeslagen binnenhalen spelen Weekers en Plasterk tikkertje en weet de Kamer nog niet wie hem is.”
Later in het debat gaat Omtzigt verder over dit onderwerp.
Hij heeft het over de ‘vier grote vissen’ van wie bij 2 de nationaliteit is vermeld; een Bulgaar en een Nederlandse-Turk: “Als een Nederlands-Turkse persoon naar Turkije gaat, komt die hier nooit meer terug. Is er met de Bulgaarse autoriteiten afgesproken dat degene met de Bulgaarse nationaliteit wel uitgeleverd wordt?”
In het debat wordt ook duidelijk dat uitleveringen binnen de EU op grond van huurtoeslag, niet mogelijk is. Volgens Omtzigt betekent dit dat fraudeurs de invorderingsbrief op hun ‘ezelskar’ kunnen leggen, want er wordt toch niet ingevorderd.
BULGARENFRAUDE: OMTZIGT DIENT MOTIE VAN WANTROUWEN IN
Verder uit Omtzigt zijn ongenoegen over de 32 bezwaren van Bulgaren die zijn gehonoreerd door de Belastingdienst: “Het gebeurt nooit dat bezwaren tegen boetes in Nederland worden toegewezen, maar op alle 32 bezwaren van de Bulgaren hebben ze gelijk gekregen. Er is onterecht geld betaald en bezwaar gemaakt.” De Volkskrant neemt dit verhaal van Omtzigt bijna klakkeloos over met een verwijzing naar zijn tweet: “Let op 296 Bulgaren fraudeerden ‘alleen’ met huurtoeslag. Zij gaan allemaal vrijuit omdat daarover geen afspraken zijn. Houden hun geld!”[7][8]
De Minister beantwoordt dat de 32 gevallen terecht toegewezen waarbij mensen zitten die zelf hun toeslagen stopzetten en de teveel ontvangen bedrag hebben teruggestort.
Wat betreft vrijuit gaan refereert Omtzigt naar uitleveringen. Er is een minimale ernst van een strafbaar feit nodig zodat wordpress line spacing kunnen plaatsvinden, dit omdat met uitleveringen het (bureaucratisch) systeem zwaar belast wordt.
Het CDA Kamerlid gaat verder met het afvuren van kanonnen op de Minister en Staatssecretaris, overigens doen andere partijen net zo goed mee van links tot rechts.
Vanwege de Bulgarenfraude diende Pieter Omtzigt een motie van wantrouwen in tegen Staatssecretaris Frans Weekers, die het net niet haalde.
Recentelijk zei hij bij de ondervraging voor de parlementaire enquêtecommissie Fraude en Dienstverlening dat er een enorme druk was vanuit de media en de Tweede Kamer om fraude harder aan te pakken. Hij wees ook op de rol van toenmalig CDA Kamerlid Omtzigt: “Hij vond dat ik de zaak bagatelliseerde en niet genoeg deed, ondanks alle maatregelen die ik had aangekondigd. Dat hij met een motie van wantrouwen kwam, dat doet iets met een staatssecretaris, en met de uitvoerende diensten.” [9]
In het debat stelt de CDA-politicus een ogenschijnlijk discrepantie vast wanneer het over alleenstaanden gaat: volgens het CBS gaat het om 2,7 miljoen mensen terwijl de Belastingdienst 4 miljoen telt en wijdt dit verschil aan de toeslagenfraude.
Als Minister Ronald Plasterk het verschil weet te verklaren via een definitieverschil: “Het CBS definieert een alleenstaande als iemand die een eenpersoonshuishouden voert, terwijl je voor de Belastingdienst/Toeslagen een toeslagontvanger bent met of zonder een toeslagpartner”, neemt Omtzigt hier geen genoegen mee. Volgens zijn berekening, welke hij op intelligente wijze weet te onderbouwen, kan die 4 miljoen huishoudens die de Belastingdienst telt, niet kloppen. Hij dient een motie in met stellige en feitelijk onjuiste taal: “Constaterende dat middels foutieve inschrijvingen in de GBA grote bedragen aan onterechte toeslagen zijn uitbetaald”.
Omtzigt gaat verder met zijn stellige woorden en wijst erop dat het aantal alleenstaanden met toeslagen over de afgelopen 7 jaar met €8000.00 is gestegen terwijl, volgens hem, helemaal niet zoveel meer eenpersoonshuishoudens zijn bijgekomen. Volgens hem is er alle aanleiding te denken dat het hier om fraude gaat. [10]
Toen de aandacht van politici verschoof van toeslagenfraude naar toeslagen-slachtoffers heeft de staatssecretaris van Financiën op 30 mei 2022 het boetekleed aangetrokken middels een brief. Daarin onderkent hij dat bepaalde groepen Nederlanders grotere kans hadden om geselecteerd te worden voor een handmatige beoordeling: “Dit gold dit onder andere voor Nederlanders met lage inkomens en alleenstaanden, maar ook voor mensen met een andere nationaliteit, zonder dat hier een deugdelijke grondslag voor was. Dit kwalificeert daarmee als een vorm van institutioneel racisme zoals omschreven door het College voor de Rechten van de Mens”.[11]
Ironisch genoeg wordt in de brief tevens verwezen naar vragen van Kamerlid Omtzigt over institutioneel racisme en lijsten met nationaliteit en andere risico- en fraudesignalen.
In het debat over de Bulgarenfraude insinueerde Omtzigt dat de daders voornamelijk buitenlanders zijn. Daarom pleitte hij voor extra handelingen bij deze groep: diegene die hier toeslagen aanvragen zouden hun buitenlandse sofinummer en paspoortnummer moeten verstrekken, zodat terugvordering makkelijker gaat.
VVD Kamerlid Helma Nepperus spreekt hem in één van de commissievergaderingen hierop aan: “Laten we niet doen alsof het alleen om Bulgaren gaat, want dan doen we bevolkingsgroepen tekort.”
FRAUDE-AANPAK OF SERVICE?
Dat er een frictie is tussen een harde aanpak van fraude enerzijds en de rechten van de belastingplichtigen anderzijds, was destijds al duidelijk.
In dezelfde commissievergadering klaagt Omtzigt dat burgers 26 weken moeten wachten voordat zij kinderopvangtoeslag ontvangen: “Dat kunnen veel ouders niet! Wij willen graag een analyse van de huidige verhouding tussen de middelen van de Belastingdienst en rechten van de burger, waarom in het wetsvoorstel de uitbreidingen van middelen van de Belastingdienst is opgenomen en waarom dit geen uitbreiding van de rechten van de burger rechtvaardigt”.
VVD Kamerlid Nepperus uit haar verbazing: “We hebben de afgelopen maanden de heer Omtzigt voortdurend horen praten over fraude met toeslagen. Er was te weinig gekeken naar fraude. Hij had daar zeker een punt, dat zeg ik er ook bij. Maar nu staat het woord service weer voorop en speelt fraude een tweede rol. Begrijp ik het goed dat hij het voorstel om een aantal maatregelen te nemen vandaag niet wil behandelen? Kan dat dan uitstel dulden? Is het nu service of is het fraudeaanpak?”
Omtzigt kiest voor beide en herinnert de aanwezigen eraan dat zijn partij twee jaar eerder pleitte dat ontvangers slechts één bankrekeningnummer mochten opgeven.[12] Het was uitgerekend deze strenge maatregel dat ertoe leidde dat 100.000 mensen ten onrechte hun toeslagen niet ontvingen. Als gevolg hiervan moest Staatssecretaris Frans Weekers zijn ontslag indienen.
Als we teruggaan naar het jaar 2005 wanneer Omtzigt namens het CDA tegenover Kamerlid Weekers van de VVD stond. Staatssecretaris Joep Wijn deed een wetsvoorstel om toeslagen mogelijk te maken voor miljoenen kwetsbare gezinnen. Omtzigt verdedigde deze wetsvoorstel nog harder dan Wijn zelf deed en Weekers was uitgerekend het Kamerlid die aanvankelijk hierop fel tegen gekant was, wrang genoeg, vanwege de fraudegevoeligheid ervan. Op de PvdA na, stemden alle partijen voor de wet om 8 jaar later diezelfde Weekers, in een andere functie, keihard aan te vallen: Omtzigt voorop, maar ook de SP van Renske Leijten, ook GroenLinks van Jesse Klaver, ook de PVV en ook de PvdA.[13]
Hoogleraren Frits van der Meer en Gerrit Dijkstra schrijven in hun column dat de Tweede Kamer ook haar aandeel in het schandaal heeft gehad en pleiten daarom voor een echt onafhankelijk onderzoek in plaats van een parlementaire enquête. De hoogleraren betogen dat de scoringsdrift leidt tot een politieke bemoeienis waarbij structurele aandacht voor het uitvoeringsplan ontbreekt. Ook in deze case was daar sprake van en de Tweede Kamer draagt verantwoordelijkheid in deze crisis. Een slager die zijn eigen vlees keurt, zal hier geen aandacht aan besteden, wat ook niet gedaan is in de parlementaire enquête.
Daarom zal een echt onafhankelijk onderzoek nodig zijn, tevens zal dit ten goede komen van de legitimiteit van de Kamer in de samenleving[14].
Zo waren in de parlementaire enquête geen Kamerleden ondervraagd terwijl ze wel een negatieve rol hebben gespeeld bij bijvoorbeeld de Fraudewet en het scheppen van een harde aanpak fraude-klimaat.
Waarom is bijvoorbeeld Omtzigt niet verhoord als deskundige, getuige of ‘verdachte’. Dat het prima had gekund laat zien dat hij wel is verhoord bij het parlementair onderzoek naar uitvoeringsorganisaties.[15]
Terug naar het ontslag van Weekers, het was toen januari 2014, het moment dat eigenlijk alle alarmbellen af moesten gaan. Dat het fraudebeleid misschien ook wel onbedoelde gevolgen met zich meebracht. Wat de toeslagenwet betreft is het altijd een keuze geweest of de nadruk gelegd moet worden op service naar de burger of mogelijke fraude. Een streng fraudebeleid gaat ten koste van de toegankelijkheid ervan en een servicegericht systeem is kwetsbaar voor fraude. De vraag voor politici is dan of ze uitgaan van de goed- of kwaadwillende burger.
Een maand eerder stelde de nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer vast dat fraude helemaal niet zo groot was als de overheid doet voorkomen. Het systeem werkt prima, zelfs bij de Bulgarenfraude want hier was een kleine lek de oorzaak. Ook zegt Brenninkmeijer dat het opsporen van fraude veel geld kost, terwijl 98% van de burgers deugen. Dat zijn woorden tegen dovemansoren gezegd is, blijkt wel uit het feit dat de overheid juist in die periode begon met een voorlichtingscampagne tegen fraude.[16]
TENDENTIEUZE ZEMBLA UITZENDING
Als Zembla in september 2014 de uitzending De misgelopen miljarden maakt, willen veel politici weer scoren op het onderwerp harde fraude-aanpak.
De uitzending zelf is minstens tendentieus te noemen. Meerdere anonieme medewerkers bij de Belastingdienst werden aangeduid als ‘klokkenluiders’ en wezen op de zogenoemde ‘tax-gap’: het mislopen van miljarden aan belastinginkomsten door fraude bij ondernemers en burgers. De dienst zou een serieuze personeelstekort waardoor controles op aangiftes veel te weinig gebeurde.
De leiding wist ervan terwijl de politiek wegkeek, werd er gezegd. Het innen van belastingen door deurwaarders zou ook te wensen overlaten.
De economische crisis van 2007 – 2013 was nog vers in het geheugen en één van de geciteerde ‘klokkenluiders’ zei dat zoveel bezuinigingen niet nodig zou zijn als iedereen zijn eerlijke deel aan belastingen betaalde. Dit type informatie is op zijn minst twijfelachtig en waarschijnlijk feitelijk onjuist te noemen. Om zo’n grote uitspraak te kunnen doen, zou er een gedegen en grootschalige onderzoek gedaan moeten worden. Los daarvan, lijkt het meer een uitspraak te zijn om de publieke opinie te beïnvloeden.
Zembla maker Jos van Dongen
De term klokkenluider voor deze ambtenaren is niet op zijn plaats, anonieme bron des temeer. Een klokkenluider is iemand die concrete informatie deelt wat leidt tot een bepaalde onthulling. De informatie die deze anonieme ambtenaren geven is oncontroleerbaar en met de kennis van nu, feitelijk onjuist.
Verder wordt in de uitzending gesuggereerd dat het om miljarden aan euro’s zou gaan, net zoals de titel ook luidt. Een ‘klokkenluider’ heeft het over 10 – 15 miljard terwijl een Britse onderzoeker, Richard Murphy, het schat op 30 miljard euro wat een gigantisch verschil is.
Deze onderzoeker is niet van onbesproken gedrag.
De Engelse Belastingdienst en een aantal gerenommeerde instituten verwijten deze onderzoeker overigens dat hij onredelijk hoge bedragen opsomt over de tax-gap.[17]
In de uitzending wordt tevens verwezen naar de motie ‘tax-gap’ van Omtzigt waarin hij de regering verzoekt om deze te halveren, zonder dat er betrouwbare cijfers zijn over de omvang hiervan.[18]
Merkwaardig genoeg geeft zelfs de directeur-generaal van de Belastingdienst toe dat dit een probleem is terwijl de Rekenkamer zegt niets van dit probleem af te weten.
De maker van de documentaire Jos van Dongen wilde uitsluitend off the record reageren.
De uitzending vormt tevens aanleiding van Kamerleden om een salvo aan vragen af te vuren in de commissie Financiën op, alweer, staatssecretaris Weekers. Niet alleen van Omtzigt, ook van Jesse Klaver, ook van de SP en eigenlijk van alle aanwezige partijen.[19]
De Zembla-uitzending is een mooi praktijkvoorbeeld dat laat zien dat niet alleen de politiek maar ook sommige media haar bijdrage heeft geleverd voor het scheppen van een klimaat dat vraagt voor een harde aanpak van belastingontduikers en fraudeurs. En dat dit tot problemen zou kunnen leiden, was bekend. In het jaarrapport 2014 van de ombudsman staan welke waarschuwingen allemaal zijn gegeven over aanpak fraude.
Zo schrijft hij: “Fraudebestrijding is belangrijk. Maar als er signalen zijn dat onschuldige mensen door zo’n regime worden getroffen, dan is het goed dat de ombudsman daarop wijst. Ik vind het wel intrigerend om te zien dat er zoveel belangen zijn waardoor het zolang duurt voordat er aan de bel wordt getrokken en er iets verandert.”
De eerste waarschuwing kwam al in het jaar 2012, het jaar waarop de Fraudewet is aangenomen. Vrijwel meteen heeft de ombudsman aan de bel getrokken omdat hij voorzag dat dit onschuldigen zou treffen.
Eind 2014 heeft tevens de Centrale Raad van Beroep (CRvB, de hoogste bestuursrechter) beslist dat de Fraudewet in strijd is met de Europese Rechten van de Mens. De rechter oordeelde dat de boetes te hoog waren en het evenredigheidsbeginsel aantast.
Deze uitspraak werd opgevolgd door een kritisch rapport ‘Geen fraudeur toch boete’ van de Nationale ombudsman.[20]
En misschien het meest treffende is de uitspraak van CDA-Kamerlid Pieter Heerma, al in oktober 2013: “Niet de echte boeven worden aangepakt, maar ‘laaghangend’ fruit, mensen die door slordigheid of onwetendheid de fout waren ingegaan.”
Hij diende hij een motie in om het boeteregime in de Fraudewet tegen het licht te houden.
Hij herhaalt zijn woorden in mei 2014: “Voorzitter. Ik blijf in dit debat met het ongemakkelijke gevoel zitten dat de gehele Kamer en ook de minister al maandenlang weten en zien dat de uitwerking van deze wet in de praktijk tot problemen leidt en tot hele hoge boetes aanleiding geeft in situaties, die niet alleen door betrokkenen onrechtvaardig gevonden worden, maar door iedereen die ernaar kijkt.”[21]
We kennen Pieter Omtzigt als een zeer intelligente en bekwame dossiervreter. De meest productieve Kamerlid die veel scherpe vragen stelt, moties indient, amendementen voorstelt en onderwerpen aan de kaak stelt waar niemand bij stilgestaan heeft. Bijvoorbeeld over onze gasinkomsten, dubbel boffen of de te positieve modellen voor de nieuwe pensioenwet.
Vragen waarbij Omtzigt van zijn briljante kant laat zien en tegelijkertijd menigeen ook doet denken: ‘wat doen de overige 149 Kamerleden eigenlijk’?
Hij is de statisticus die gemanipuleerde onderzoeken weet te onthullen en wiens vragen de bewindslieden zichtbaar zenuwachtig maken.
Speciaal tegen zijn ‘luis in de pels gedrag’ zijn de regels in de Kamer aangepast, om zo criticus Omtzigt minder spreektijd en ondersteuning te geven.
Als er één iemand was die de geslepen Mark Rutte op inhoudelijke punten pijn kon doen, dan was het Pieter Omtzigt wel. Vandaar dat de aantekening ‘functie elders’ ergens wel te plaatsen is. Omtzigt is een ervaren politicus die een enorme hoeveelheid aan bronnen weet te raadplegen en een geduchte debater is. In de verslagen van de commissievergaderingen en debatten in de Kamer valt te lezen dat bewindslieden vaak meegaand reageren op Omtzigt’s vragen en reacties als: ‘Hij heeft volkomen gelijk’ en ‘Ik sta niet tegenover maar naast u ’ geven.
Het is te begrijpen want Pieter Omtzigt is goed bewapend: hij heeft dossierkennis, hij kan de bewindslieden belasten door een spervuur aan vragen te stellen en documenten als feitenrelazen op te vragen.
Hij heeft zelfs een aantal keren gedreigd om aangifte te doen tegen de regering wegens uitlekken van gegevens op Prinsjesdag, waar een gevangenisstraf opstaat.
Omtzigt kent de wet uitstekend, is initiatiefrijk en kan intimiderend overkomen.
Hoe geloofwaardig is het dat zo’n kundige, ervaren, intelligent persoon alle genoemde signalen gemist heeft als het gaat om de schaduwzijde van de fraude-aanpak?
OMTZIGT TRANSFORMEERT VAN FRAUDE-JAGER TOT TOESLAGEN-HELD
In 2015 lijkt zijn toon enigszins te veranderen wanneer hij een brief schrijft over het ‘fraudebestendiger maken van wet- en regelgeving’ als het gaat om ‘zorg, sociale zekerheid, toeslagen en het studievoorschot’ voor mensen die korte tijd in Nederland verblijven, dus voor buitenlanders. Er staat ook expliciet vermeld dat “Fraude met toeslagen die in 2013 in het nieuws was niet aan de orde komt”, refererend naar de kinderopvangtoeslag fraude. Pieter Omtzigt lijkt dit onderwerp vanaf nu te negeren.
Als later in dat jaar ruim 160 ouders slachtoffer worden van fraude bij kinderopvanginstelling de Parel, wordt er ten onrechte terugvordering van hen geëist. De ouders werden misleid door de directeur van de Parel die ook veroordeeld werd, de ouders werden vrijgesproken en handelden dus te goeder trouw. Als er een motie wordt ingediend om terugvordering te verminderen met de niet-betaalde ouderbijdrage, wordt deze met grote meerderheid verworpen waarin het CDA ook haar aandeel in heeft.
Later gaf de Raad van State toe dat de terugvordering, waar ze eerder groen licht voor gaven, onredelijk hoog was omdat er rekening gehouden had moeten worden met de betaalde ouderbijdrage. In plaats daarvan werd de volledige kinderopvangtoeslag geëist, een veelvoud van het achterstallig bedrag.[22]
Met geen woord repte Omtzigt over deze 160 ouders.
Net zoals de rest van het jaar, wanneer geluiden over het toeslagen-schandaal sterker worden en het discours aan het verschuiven is richting slachtoffers, vermijdt Omtzigt dit onderwerp.
Als in april 2016 de vaste commissies Financiën en Sociale Zaken en Werkgelenheid gezamenlijk een overleg hebben over de kinderopvang, is Omtzigt afwezig.
2017 is het jaar van de keerzijde wanneer Omtzigt 180 graden draait en niet langer over fraude praat maar over slachtoffers, zoals de Omtzigt die we nu kennen. De draai kwam nadat advocaat Eva Gonzalez Perez het Kamerlid een mail stuurde over het schandaal en Omtzigt dit oppakte.[23]
Omtzigt groeide uit tot het meest bekende gezicht en kreeg de meeste credits van de schandaal terwijl eigenlijk advocaat Perez de grote held is, want zij bracht de zaak aan het rollen maar bleef relatief onbekend bij het grote publiek.
Waarom Omtzigt en Renske Leijten wel een publieksprijs kregen ‘tot de politieke prestatie van 2019’ en Farid Azarkan niet, is tevens een raadsel. Zelf gooit hij het op discriminatie.
Opvallend genoeg is de mediaberichtgeving over de ommezwaai van Omtzigt heel summier. Eén van de weinige journalisten die hier wel aandacht aan gaf is Olaf Boschman van het Financieel Dagblad. Hij citeerde op twitter een stuk uit zijn eigen artikel: “Hetzelfde Kamerlid Omtzigt dat nu zo geprezen wordt, heeft de staatssecretaris vijf jaar geleden hardnekkig achter de vodden gezeten met “gij zult met kracht de fraude bestrijden”.
Slechts twee uur later, reageerde Omtzigt in een reeks van 3 tweets om duidelijk te maken dat uitsluitend zijn partij de rechten van de burger wilde waarborgen refererend naar een aantal amendementen, bijvoorbeeld over wachttijd kinderopvangtoeslag, en wijzend naar de regeringspartijen die deze voorstellen afwezen. Om vervolgens te tweeten dat er in Nederland te weinig aandacht is voor wetgeving omdat journalisten meer geïnteresseerd zijn in spoeddebatten.